Over Luuk Kolthof
Poëtisch-absurdistische schilderijen
Luuk Kolthof (1982) is net zoals iedereen volslagen uniek. Een doorsnee buitenbeentje met een ongeneeslijk speelse geest, gevangen in een nukkig brein. Hij heeft een onstilbare honger naar het afwijkende, mysterieuze en onalledaagse.
Hij schildert (voornamelijk) mensen, ontdaan van hun logica en landschappen die niet bestaan en toch echt zijn. Een wereld die rationeel niet te begrijpen of uit te leggen is, maar die toch vreemd vertrouwd aandoet. De titels van zijn werken komen net zo intuïtief tot stand als de voorstelling. Ze zijn niet bedoeld om de kijker uit te leggen wat hij ziet, maar roepen minstens zoveel vragen op als dat ze antwoorden geven.
Het bewuste verstand is een veilige haven, maar ook een weinig vruchtbare grond voor interessante kunst. Liever roep ik dromen op uit de diepere lagen van mijn geest. Lagen die ik niet goed ken en die niet onder mijn controle staan. De voorstellingen hebben dan ook geen afgebakende betekenis, maar vormen eerder onoplosbare visuele raadsels, waar het rationele denken weinig vat op heeft. Mijn schilderijen hoeven dan ook niet begrepen te worden. Liever niet zelfs, want wat begrepen is verliest vaak zijn aantrekkingskracht. Ze hoeven alleen ondergaan te worden.
Kunst is voor mij veel te belangrijk om serieus over te doen. Mijn schilderijen hebben daarom altijd een flinke speelse component - er mag om gelachen worden. Kunst die niet speels is, wordt al gauw een verlengstuk van het bewuste (vertrouwde en daardoor een beetje saaie) verstand. Speelse kunst is een uiting van diepere lagen van de menselijke ziel die in het dagelijks leven minder toegankelijk zijn en prikkelt ook op dit niveau.
Voor mij is het normale vaak absurd, het vanzelfsprekende onbegrijpelijk, het paradoxale inzichtelijk, het buitenissige gewoon, het tegen-intuïtieve logisch en het eenvoudige ingewikkeld. En dit probeert hij in zijn werk tot uiting te brengen. Hij hoopt met zijn kunst niet teveel aan het denken te zetten, maar vooral vrolijke verwarring te zaaien. In verwarde toestand stelt het verstand zich - net als bij ontzag - tenminste eventjes bescheiden genoeg op om plaats te maken voor iets anders. Hij ziet zichzelf dan ook niet als een kunstenaar met een grote K, maar eerder als een kunstenar.
Hij werkt in olieverf en schildert in zorgvuldig opgebouwde lagen. Lagen die op elkaar inwerken en die elkaar voeden. Vanuit chaos ontstaat op deze manier een vorm van orde. Het dromerige kleurgebruik versterkt het karakter van de beelden op het doek.